Mijn column in het RD van 4 juni.
Transparantie is zo’n woord waarbij het applaus nooit ver weg is. Een woord als ‘veiligheid’ of ‘gezondheid’. ‘Hoerawoorden’ noemt Maxim Februari ze, want iedereen is er vóór. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat iemand tegen transparantie zou zijn. We willen immers geen achterkamertjespolitiek of stiekem gedoe?
Een nadeel van zo’n kreet is dat hij snel hol klinkt. Onder het mom van transparantie moeten we bijvoorbeeld onze privacy hoe langer hoe meer opgeven, en transparant bestuur betekent dat de vertrouwelijke gesprekken op de achtergrond nóg geheimer worden. Dat er harder op transparantie getamboereerd wordt, betekent geregeld dat je er minder van krijgt.
Ook in kerkelijke kring is transparantie aan een opmars bezig. Vaak terecht. De apostel zegt dat al wat openbaar maakt licht is, en er moet niet geheimzinniger worden gedaan dan nodig. Eerder gebeurde dat misschien wel te veel. Maar inmiddels tekent zich een andere trend af. Afgelopen week was op Twitter en online discussiefora haast van minuut tot minuut het verloop van de Rotterdamse admissie-examens te volgen, met allerlei vormen van commentaar. Inclusief statistische informatie over woonplaatsen van kandidaten. Het ontbreekt er nog maar aan dat volgend jaar de paparazzi in de Rotterdamse bosjes liggen voor een real time twitterverslag van wie er hoe laat naar binnen gaat. Of zitten ze volgende week al in de vijver van het Wilhelminapark, bij de Apeldoornse admissie-examens? Liever wat minder transparant.
Het werkt ook niet, want het gevoel van geheimzinnigheid wordt er eerder groter dan kleiner van. Sommige mensen die zelf nimmer in de buurt van een admissie-examen waren, kunnen er de spannendste verhalen over opdissen. Alleen het woord ‘curatorium’ klinkt natuurlijk al vreselijk gewichtig en geheimzinnig. Natuurlijk moet onnodige mystificatie worden tegengegaan en dient de procedure zo transparant mogelijk te zijn. Ook heldere communicatie is nodig. Maar maximale transparantie is een illusie, en gelukkig maar.
Sommige dingen vragen nu eenmaal om vertrouwelijkheid. Je hebt namelijk met mensen te maken die een roeping ervaren, en andere mensen die gezamenlijk voor Gods aangezicht overwegen of iemand kan worden toegelaten. Dat is heel kwetsbaar. Dan maar even wat minder transparant. Niet iedereen hoeft alles altijd te weten. Dat vraagt wel dat degenen die vertrouwelijke gesprekken voeren, elkaar liefdevol scherp houden en waken voor een integere afweging boven menselijke voorkeuren uit. Samen iets zien, of hopen te zien, van Gods weg – dat is een transparantie die pas echt de moeite waard is.