Mijn column in De Waarheidsvriend van deze week
Het begon met het standbeeld van Edward Colston in Bristol dat werd neergehaald en in het water gegooid. Sindsdien heeft de beeldenstorm in de slipstream van ‘Black lives matter’ een hoge vlucht genomen. Zelfs Gandhi en Churchill ontkwamen niet aan bekladding vanwege hun vermeend racisme. Nu is racisme een groot probleem, niet alleen in de Verenigde Staten. Als christen trek ik me dat aan. We belijden het geloof ‘met de kerk van alle tijden en plaatsen’, maar in veel kerkelijke gemeenten zie ik geen diversiteit. In de samenleving worden mensen structureel achtergesteld en dat is fout. Toch helpt het omverhalen van standbeelden niet. Er is namelijk geen eind. Niemand is schuldloos, dus moet iedereen van zijn sokkel. Wat overblijft is een standbeeld voor de mens van vandaag, het morele baken van licht. Totdat een volgende generatie dat anders ziet.
De beeldenstorm laat zien dat identiteitspolitiek uiteindelijk doodloopt. In naam van tolerantie mag de ander niet meer gezien worden. En mensen uit het verleden veroordelen volgens huidige maatstaven is onhistorisch en verklaart onze maatstaven tot eeuwige waarheden – wat ze niet zijn. Ook wij zijn niet onschuldig, juist niet als we ons moreel superieur wanen. Wij mensen zijn tweeslachtige wezens.
Als boetedoening voor zogenaamde ‘witte schuld’ gingen recent allerlei mensen op de knieën voor donkerder gekleurde mensen. Het werkt niet, omdat er in de verste verte geen vergeving te vinden is. Frustratie over het uitblijven van vergeving kan maar zo omslaan in ressentiment en een nieuwe revolutie.
Wat we nodig hebben is echte vergeving van echte schuld. We zijn echt schuldig, en niet alleen door wat we zelf misdeden. De christelijke traditie noemt dat erfzonde of oorsprongszonde. Er is ook echte vergeving, geen witwasoperatie of wegpoetsen van schuld. Echte vergeving heeft een hoge prijs. Die is betaald toen Jezus zichzelf gaf. Pas als de hele wereld nieuw is, wordt die echte vergeving ook zichtbaar. Tot die tijd is het goed om op te staan tegen onrecht, in het besef hoe beperkt we zijn. Aan het omhalen van standbeelden heb je dan net zo weinig behoefte als aan het oprichten ervan.