Mijn column in het RD van 27 november.
Afgelopen weken stond de krant bol van de opstekende storm. De seculiere meerderheid in dit land toont steeds minder geduld met minderheden, met name religieuze minderheden. Misschien is het nog wel zorgelijker dat veel mensen in de zogenaamde zuil zelf zich geen zorgen maken. Er zit echter heel wat in de pijplijn: leerlingenvervoer wordt versoberd of afgeschaft, identiteitsgebonden instellingen verkeren in zwaar weer en hoe lang blijft de vrijheid van onderwijs nog overeind?
Een begrijpelijke reactie zou kunnen zijn dat we al lobbyend proberen zo veel mogelijk te vertragen. Dat is ook absoluut nodig. Maar belangrijker nog lijkt me dat we proberen te doorgronden wat er nu echt gaande is, wat er werkelijk waardevol is en welke kant het op moet. Laten we dus niet in paniek de vragen van de korte termijn adresseren, maar ons wijden aan de grote vragen die lange toewijding vereisen. Het gaat om herbronning met het oog op het heden. Want als de boom op het stormachtige plaatje dat in de krant stond, omvalt, komt dat waarschijnlijk omdat de wortels niet meer bij de vitale bronnen kwamen.
Die herbronning begint bij het besef dat onze eigen tijd om eigentijdse antwoorden vraagt. Met gemeenplaatsen en dierbaarheden gaan we het niet redden. Als de studie zich enkel richt op kerkhistorische nostalgie en levensbeschrijvingen is de nieuwe generatie er ook niet mee geholpen. God roept ons in deze tijd om Hem te geloven en te gehoorzamen. Niet alsof wij de eersten zijn, daarom moeten we terug naar de bronnen. Maar ook niet alsof wij de laatsten zijn, en daarom is er toe-eigening nodig om door te kunnen geven.
Studeren dus. Studenten staan steeds meer onder druk om zo snel mogelijk een studie af te ronden waarmee ze hun hoge studiekosten terug kunnen gaan verdienen. Laten ze echter tijd inruimen voor wat blijvend waardevol is en zich oefenen in toe-eigenen en doorgeven.
Voor predikanten geldt het niet minder. Om de hoorder in deze tijd te bereiken, moeten we zijn en onze eigen leefwereld kennen. Preken zouden maar zo beter en scherper kunnen worden als de nieuwste Nederlandse literatuur gelezen wordt, of recente theologische studies.
Dat betekent niet dat wij met ons studeren het nu wel eens gaan redden. Dat zou wel heel zwaar werk worden, hoogmoedig ook. Maar de luiken voor de ramen doen en ons enkel naar binnen keren is nog veel hoogmoediger en zwaarder.