Over verzoening bij Van de Beek

Gisteravond sprak ik in het kader van een AKZ+ cursus over ‘Gods oordeel in de theologie van A. van de Beek’. We kwamen te spreken over de verzoening, en hoe die bij Van de Beek functioneert. Willem Stolk twitterde naar aanleiding daarvan een link naar het proefschrift van Guda H.Borger-Koetsier. Daarin staat op p. 256:

Bij wijze van definitie stelt Van de Beek: De verzoening der zonden is dat God en mens samen sterven aan de schuld der wereld. Dat is in Christus geschied. Als we Hem belijden als Heer, erkennen we dat zijn menszijn ons menszijn is, zijn dood onze dood, zijn vloek onze vloek (Jezus Kurios, 157). Dan kan de mens God aanvaarden als Vader, die juist in zijn liefde alle macht over ons heeft. Dan kan de mens ook verzoend worden met zichzelf, met zijn geschiedenis en zelfs met de wereldgeschiedenis omdat het de geschiedenis is van Gods werken.

Ik teken hier bij aan dat ik hier bevestigd zie dat de structuur van de anhypostasie voor Van de Beek fundamenteel is: Jezus’ menszijn is ons menszijn, omdat Hij de mensheid heeft aangenomen.

Geef een reactie