Vandaag heeft de synode van de Protestantse Kerk ingestemd met mijn benoeming tot hoogleraar dogmatiek aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). In dit blog wil ik iets van mijn overwegingen delen waarom ik deze benoeming wil aanvaarden.
Weg van de TUA
Mijn benoeming aan de PThU betekent dat ik afscheid ga nemen van de TUA en dat raakt me diep. Ik houd van de studenten, heb graag samengewerkt met de collega’s, en geniet van de sfeer waarin vroomheid en wetenschap samen op gaan. Van de Heere heb ik in en aan de TUA veel mogen ontvangen en daar ben ik intens dankbaar voor. Aanstaande september is het 25 jaar geleden dat ik mijn studie aan de TUA begon, en eigenlijk ben ik er sindsdien nauwelijks weg geweest. Inmiddels werk ik er alweer 18 jaar, waarvan de laatste 6 jaar als hoogleraar. Het weegt voor mij zwaar dat de kerken mij een taak in Apeldoorn hebben toevertrouwd. Toch ga ik nu verder. Roeping is altijd ‘tot nader order’, dat geldt voor een predikant die een beroep van een andere gemeente aanneemt, en ook van mij.
De afgelopen tijd heb ik proberen bij te dragen aan theologische vraagstukken, ook die rondom hermeneutiek en de dienst van vrouwen. Ik deed dat op mijn eigen manier, door deze kwesties in een breder kader te plaatsen. Mijn boek Lezen en laten lezen was mede bedoeld als een bijdrage aan de discussie over hermeneutiek en mijn boek Maria: Icoon van genade raakt op allerlei punten aan de vragen naar de dienst van vrouwen en mannen, die de kerken momenteel verdeelt.
Voor mijzelf ben ik tot de overtuiging gekomen dat de manier waarop ik theologie bedrijf, beter tot zijn recht komt in een wat bredere context. Mijn beide laatste boeken wijzen ook in die richting. Een deel van de kerken vond mijn boek Lezen en laten lezen wel heel spannend, hoewel dit boek naar mijn gedachte de lijnen doortrekt van wat ik zelf in Apeldoorn heb geleerd. Ik heb geprobeerd het geheel van de kerken te dienen en heb me ingespannen om velen te bereiken. Duurzaam gezonde theologiebeoefening werkt voor mij het beste in de brede geestelijke ruimte van de gereformeerde traditie. In dat spoor wil ik verder, ook om die bredere traditie te dienen.
Naar de PThU
De PThU was op zoek naar een nieuwe dogmaticus en wel bij voorkeur iemand uit de gereformeerde traditie. Ik hoop en denk dat ik vanuit mijn eigen achtergrond en met de urgentie voor kerk en theologie die ik ervaar, kan bijdragen aan de vorming van predikanten en anderen die theologie studeren aan de PThU. Daarbij spreekt het nieuwe instellingsplan van de PThU mij erg aan. Dat draait om theologisch kleur bekennen en het belang van de relatie tot de kerk komt krachtig naar voren.
Gaandeweg ben ik ervan overtuigd geraakt, dat hier voor mij een roeping ligt, passend bij de lijn van theologiseren zoals die zich bij mij heeft ontwikkeld. In mijn ervaring is de ontwikkeling van theologisch denken telkens weer verrassend, als je de grote vragen niet uit de weg gaat. Dat is ook een kwestie van verwachten, dat heb je niet zomaar tot je beschikking. In die zin is deze stap voor mij ook spannend: een nieuwe start en het onbekende tegemoet. Maar dat hoort ook bij het gaan naar waar de levende God je roept: dan krijg je geen routekaart, maar een beloftewoord. Intussen ben ik al heel hartelijk welkom geheten door de kleine kring die al van mijn aanstaande benoeming op de hoogte was. Ik heb er zin in om aan de PThU aan de slag te gaan.
Mijn stap naar de PThU betekent niet dat ik de TUA-collega’s vergeet. Als theologen van diverse instellingen hebben we elkaar hard nodig in een steeds seculierder land. Dus ik hoop op een blijvend goede samenwerking met diverse collega’s, ook die aan de TUA.
Christelijk gereformeerd blijven
Vanaf de eerste contacten met de PThU heb ik aangegeven dat ik graag christelijk-gereformeerd predikant wil blijven. Dat doe ik vanuit mijn overtuiging dat je niet zomaar weggaat van de plek die God je gaf. In de christelijke gereformeerde kerken ben ik niet alleen gedoopt en getogen, ik heb er ook Gods roepstem gehoord om dienaar van het Woord te worden. Dat laat je niet zomaar los. Ik ben er dankbaar voor dat van de kant van de PThU en ook van de kant van de synode van de PKN dit punt geen enkel probleem is geweest en dat het zelfs positief werd begroet. Het is nogal wat om een dogmaticus aan je kerkelijke opleiding aan te stellen die tot een ander kerkverband behoort. De PThU en de PKN durven het aan. Ik ben dankbaar voor het vertrouwen.
Natuurlijk zou het overzichtelijk zijn als ik ook lid zou worden van de PKN. Toch krijg ik het innerlijk niet voor elkaar om mijn lidmaatschap van de CGK op te geven.
Ik kan de TUA dus wel los laten (uiteindelijk, na veel aanvechting), maar uit de CGK kan ik niet weg. Voor de roeping naar de TUA is namelijk een andere roeping in de plaats gekomen. Vergelijk het met een predikant die een beroep aanneemt naar een andere gemeente, of met een predikant die een taak aanneemt buiten de kerken, maar wel in dienst van het evangelie: in het justitiepastoraat of in het onderwijs bijvoorbeeld.
Ten slotte
Ik ga de community van de TUA ongetwijfeld missen: de studenten, degenen die het onderwijs met hard werk ondersteunden, de collega-docenten… Dat geldt ook voor de onderzoekers van de groep Biblical Exegesis and Systematic Theology van de TU Kampen en de TU Apeldoorn. Ik hoop dat we de samenwerking op nieuwe manieren kunnen voortzetten, op hoop van zegen van de levende God. En intussen verheug ik me op de nieuwe samenwerking met de collega’s van de PThU. Ik heb er zin in om samen te theologiseren ten dienste van kerk, academie en samenleving!
Ik wist al iets eerder van de voordracht tot benoeming en vond die een grote verrassing. Wees hartelijk welkom aan de PThU! We zullen elkaar daar slechts één jaar in actieve dienst meemaken, want over een jaar ”moet” ik met emeritaat. Met je benoeming ben ik zeer ingenomen. Gods zegen gewenst! Riemer Roukema