Mijn column in het Reformatorisch Dagblad van vandaag.
Met name sinds de jaren ’60 wordt ons voorgehouden dat schuldgevoelens verkeerd zijn. Kinderen moeten vooral worden opgevoed zonder schuldgevoel, en volwassenen moeten gewoon zichzelf zijn, zonder zich druk te maken over anderen.
Schuldgevoel is dan ook een schaars goed geworden. Niet alleen bij misdadigers die in een zogenaamde ‘schaamtecultuur’ zijn opgevoed en geen antenne hebben voor schuld. Maar ook niet bij de directeur van de woningcorporatie die met een grote som geld verdwijnt, en bij de politicus die razendsnel van standpunt verandert.
Des te opmerkelijker wat NRC meldde. Onderzoekers van de prestigieuze Stanford University hebben ontdekt dat goede leiders niet alleen gekenmerkt worden door extraversie, intelligentie, flexibiliteit en empathie – allemaal prachtige eigenschappen – maar ook door de neiging om zich snel schuldig te voelen. Dat moet even slikken zijn voor dames en vooral heren managers en leiders, die bij een volgens sollicitatiegesprek de vraag kunnen verwachten: voelt u zich ook snel schuldig?
Volgens de psychologen werden juist de studenten die zich het snelst schuldig zeiden te voelen, door anderen gezien als degenen met de beste leiderscapaciteiten. Doordat de neiging tot schuldgevoel samen op gaat met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, houden zij meer rekening met de belangen van anderen.
Je kunt er wel iets bij voorstellen. Als de schaamteloze graaier geneigd was geweest tot schuldgevoel, was het met hem waarschijnlijk niet zo ver gekomen.
Op het eerste gehoor klinkt dit als muziek in de oren. Schuld en verantwoordelijkheid: in welke reformatorische preek gaat het er niet over?
Nadat met name babyboomers zich aan schuldbesef ontworsteld hebben, is het nu dus tijd voor een herwaardering van schuldgevoel, in bedrijven niet minder dan in gezinnen.
Er is wel een kanttekening te plaatsen. De neiging om je schuldig te voelen kan ten koste gaan van besluitvaardigheid en zelfs van levenslust. Je kunt aan schuldgevoelens stuk gaan. De psychologen van Stanford vragen zich dan ook af, hoe lang de schuldbewuste mensen het gaan volhouden in veeleisende topfuncties. De beste manier lijkt mij dat ze naast schuldgevoel ook ontdekken wat vergeving betekent. Dan leidt schuldbesef niet per se tot frustratie of wanhoop, maar tot bevrijdende genade.
Opvallend dat wel managementboeken uit christelijke hoek vaak over persoonlijke groei of wijsheden uit Prediker gaan. Wie schrijft een managementboek over de waarde van schuld en vergeving? De titel ligt al klaar: leve het schuldgevoel!