Kritiek, geen paniek
Mijn column in het RD van vandaag
GroenLinks liet afgelopen week zien hoe je typisch niet met kritiek moet omgaan. Tofik Dibi werd ongeschikt bevonden als kandidaat-lijsttrekker, maar na een storm van kritiek besloot het partijbestuur dat hij toch mocht meedingen.
Partijvoorzitter Heleen Weening mocht het bij Knevel en Van den Brink aan tafel komen uitleggen, maar verstrikte zichzelf. Ze kon het niet over haar lippen krijgen dat haar bestuur het fout had aangepakt, en ze bleef allergisch voor kritiek. Je zag direct: zo moet het niet.
Dan Sybrand van Haersma Buma. Hij had nog wel een tip voor GroenLinks: zorg voor een goede geluidsinstallatie. Die was namelijk bij het CDA-lijsttrekkersdebat abominabel. Die zelfspot maakte Buma sympathiek; wat een verschil met de krampachtige houding van Weening.
Waarom is het toch zo moeilijk om goed om te gaan met kritische geluiden en fouten toe te geven? Als Weening nu had gezegd: we hebben er een bende van gemaakt, maar dat is nu voorbij, en we hebben twee kandidaten – dan was de kou voor een deel uit de lucht.
Je zou verwachten dat gereformeerde christenen, die leren dat mensen van nature tot het kwade geneigd zijn, minder krampachtig met kritiek omgaan. Toch lijkt het wel dat degenen die het hardst de zondigheid van de mens preken, er het minst tegen kunnen als ze met hun eigen zondigheid worden geconfronteerd.
Iedere predikant of ouderling krijgt met kritiek te maken. Maar hoe ga je ermee om? Je kunt erover klagen: die gemeente is zo kritisch, de gemeenteleden zo mondig. Dat zal zo zijn, maar de vraag is, of de critici ook gelijk hebben. Of beter nog: of je bereid bent te overwegen of ze gelijk zouden kunnen hebben. Dat laatste wordt ook wel ‘luisteren’ genoemd. Voor critici is het al fijn te merken dat ze gehoord zijn.
Dan nog zouden ze gelijk kunnen hebben. Laat dat dan ook toegegeven worden! Niet om er van af te zijn, maar integer en eerlijk. Natuurlijk word je het niet altijd met elkaar eens. Maar integer kritiek incasseren en fouten durven toegeven misstaat niemand, zeker een christen niet.
Sterker nog: ter opscherping kunnen predikanten en anderen kritiek organiseren. Een preek laten horen aan een collega, met de vraag om eerlijke reactie. Leerzaam, heilzaam en verootmoedigend.
Hoe ik dit zo goed weet? Ik stuurde een concept-column aan enkele meelezers. Nu ze het concept voor de derde keer hebben afgeschoten –en terecht– restte mij niets anders dan hier over te schrijven. De titel van de column die u nooit zult zien? ”Uitblinken”.