Via de vragenrubriek van ons kerkblad kreeg ik de volgende vraag:
De Heere Jezus zegt in Lukas 18:25: Het is lichter dat een kemel gaat door het oog van een naald, dan dat een rijke in het Koninkrijk Gods ingaat. Dit wordt vaak uitgelegd met het beeld van een kameel (als beest) en het oog van de naald (als ‘handwerk-instrument’). Maar ik heb ook wel eens gehoord dat een klein poortje naast de grote poort van een stad ook het oog van de naald werd genoemd, waar de kamelen nauwelijks doorheen konden. En uitleg drie die ik wel eens hoor is dat een kemel een ander woord is voor kabel. Het is voor de strekking van de woorden van Jezus misschien niet zo relevant, maar ik vraag me wel eens af wat hier dan echt bedoeld wordt.
Inderdaad: de strekking van het beeld is duidelijk: het gaat om iets buitengewoon onwaarschijnlijks, iets dat over de grenzen van ons voorstellingsvermogen heen gaat. Maar: is een kameel een kameel en is een naald een naald?
Kameel = kameel
Om bij die kameel te beginnen: er zijn Griekse handschriften die het woord ‘kabeltouw’ hebben. Zo vreemd is dat niet als we bedenken dat kameel in de Griekse tekst kamèlon is en kabeltouw kamilon. Eén letter verschil dus, die rond die tijd ook nog eens hetzelfde werd uitgesproken; dus è klonk ook als i. Stel je dan een situatie voor waarin één persoon de tekst voorleest en er meerdere mensen het gedicteerde opschrijven, en je kunt je voorstellen dat iemand die kamilon hoort, eerder aan een kabeltouw denkt dat door een naald moet dan aan een kameel. Daarom is het duidelijk dat ‘kabeltouw’ een verschrijving is. Want iemand die ‘kameel’ hoort vult in gedachten wél ‘kabel’ in, maar iemand die ‘kabel’ hoort, denkt niet aan een kameel. Dus: ja, het is een kameel.
Naald = naald
Dan dat oog van de naald. Ik ken de uitleg dat een klein poortje naast de hoofdpoort bedoeld is, dat dan ‘het oog van de naald’ zou heten, al vind ik die uitleg eigenlijk in commentaren niet terug. Maar die uitleg lijkt mij minder waarschijnlijk, hoewel niet onmogelijk, omdat ze een zelfde soort beweging laat zien als de uitleg met ‘kabel’: een verzachting van het beeld. Want die kameel kon waarschijnlijk wel door dat poortje heen, maar een kameel (groot, log) door het oog van een naald, daar was geen beginnen aan. Waarschijnlijk is het zó onwaarschijnlijk dat een rijke ingaat in het Koninkrijk der hemelen.
Rijk en arm
Dat is een moeilijk te verteren boodschap voor ons. Toch: het is opvallend dat Lukas steeds de armen aan Gods kant plaatst, en de rijken buiten het Koninkrijk. Dat is een scherpe waarschuwing. Maar daarbij moeten we wel bedenken dat het niet allereerst om de financiële positie gaat, maar om de levensstijl van de rijke, die God niet meent nodig te hebben. De gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus, dat we alleen bij de evangelist Lukas vinden, is het beste voorbeeld. De rijke man leeft “alle dag vrolijk en prachtig,” maar blijkbaar zonder God. De arme Lazarus daarentegen, bedelaar die hij is, wordt in de schoot van Abraham gedragen.
Kortom: een aansporing aan ons om niet rijk te zijn in onszelf en in deze wereld, maar arm in onszelf. “Zalig zijt gij, armen, want uwer is het Koninkrijk Gods.” (Luk. 6:20).