Mijn column in het Reformatorisch Dagblad van 16 april 2013.
Niet langer is ‘duurzaamheid’ een uitsluitend links of seculier thema. Ook in deze krant wordt er geregeld over geschreven, en ook christelijke organisaties houden zich hoe langer hoe meer bezig met bewustwording rondom duurzaamheid. Als je op een vergadering meldt dat je met de trein bent gekomen, terwijl je toch echt een auto hebt, wekt dat zelden verbazing meer.
Al die aandacht is begrijpelijk, want fossiele brandstoffen en andere grondstoffen op deze planeet zijn nu eenmaal eindig. Je kunt beter zuinig zijn op wat opraakt. Dan houden we het met elkaar langer vol, en kunnen we het bestaan van de mensheid op deze planeet rekken. Dat zijn we onze kinderen en kleinkinderen verschuldigd. Zo ongeveer verloopt het argument vaak.
Hoe terecht de aandacht voor duurzaamheid ook is, voor christenen zijn er redenen om scherp te blijven letten op de gebruikte termen en argumenten. Neem bijvoorbeeld de term ‘duurzaamheid’ Die suggereert dat je zo lang mogelijk wilt behouden wat je nu hebt. Dat geldt nog meer voor de Engelse term sustainability. We willen volhouden wat we nu doen en hebben. In het Nieuwe Testament echter blijkt dat een christen de wereld helemaal niet zo lang mogelijk wil houden zoals ze nu is. Als je bidt om de komst van het Koninkrijk van God, is een handhaving van de status quo niet genoeg.
Daarmee wordt de motivatie voor ‘duurzame’ initiatieven toch anders. Het gaat niet alleen om een leefbare planeet voor onze kinderen en kleinkinderen, hoe belangrijk dat ook is. We zijn verantwoordelijk voor de aarde die we in bruikleen hebben gekregen om er goed voor te zorgen. Rentmeesterschap dus, om dat klassieke woord te gebruiken. En dan niet alleen met de blik naar achteren, naar de schepping die eens goed was. Maar ook met de blik naar voren, gericht op het Koninkrijk van God. Niet alleen omdat we eens verantwoording moeten afleggen, al speelt dat in rentmeesterschap uiteraard een rol. Maar als we enkel denken in termen van verantwoordelijkheid en verantwoording vergeten we zomaar dat het ook goed is om te proberen te leven zoals bij het Koninkrijk past.
Hopelijk helpt zo’n benadering om het toch een beetje treurige toekomstperspectief van de duurzaamheidsgedachte bij te stellen: wat je niet duurzaam kunt vasthouden, raakt weg. Het gaat in alle sustainability om uitstel van verlies. Maar het christelijke perspectief is dat van Pasen, van een nieuwe dag. Met onze inspanningen voor duurzaamheid gaan wij het niet redden. En toch verwachten we niet alleen nieuwe hemelen, maar ook een nieuwe aarde.