Christus als Leraar (5)
Met deze bijdrage pak ik – later dan gepland – de draad weer op van de weergave van mijn lezing over ‘Christus als Leraar’.
Typering van het onderwijs van Christus
Over het onderwijs van Christus is veel geschreven. Ik licht er hier een paar aspecten uit.
Koninkrijk
Wat Jezus Christus verkondigt, is het Evangelie van het Koninkrijk der hemelen. Wat we in een eerdere bijdrage zag, blijkt hier van toepassing: Zijn onderwijs laat zich niet van Zijn persoon abstraheren. De kerkvader Origenes heeft al gezegd: Hij is autobasileia; Hij is Zélf het Koninkrijk dat Hij verkondigt. Dat Koninkrijk is het Koninkrijk der hemelen, ofwel: het Koninkrijk van God (‘hemelen’ werd als eerbiedsaanduiding van God gebruikt in die tijd). Alles wordt nieuw, want Gods heerschappij breekt baan in deze wereld. God zal recht doen.
Gevolmachtigd
Jezus spreekt met (vol)macht, in het Grieks: exousia. Aan het eind van de Bergrede lezen we:
Toen Jezus deze woorden had geëindigd, gebeurde het dat de menigte versteld stond van zijn onderricht, want Hij onderwees hen als gezag (exousia) hebbende en niet zoals de schriftgeleerden (Mat. 7:28v).
Dat gezag heeft Hij niet van Zichzelf, maar dat heeft Hij van God gekregen. Vergelijk de discussie met de priesters en ouderlingen, die vragen: “Met welke bevoegdheid (exousia) doet U deze dingen? En wie heeft U deze bevoegdheid gegeven?” (Mat. 21:23). Uiteindelijk krijgen ze daarop hooguit een indirect antwoord. Na de opstanding echter wordt het duidelijk, als Jezus zegt: “Mij is gegeven alle macht (exousia) in hemel en op aarde.” (Mat. 28:18). Als Opgestane heeft Hij alles in Zijn handen. Dat alleen al maakt dat het onderwijs van de Heere Jezus Christus en ons onderwijs niet zomaar met elkaar vergeleken kunnen worden.
Aanpassing
Een ander kenmerk van Jezus’ onderwijs is de aanpassing aan de mensen met wie Hij te maken heeft. Deze aanpassing of accommodatie blijkt uit het feit dat God mensentaal gebruikt, maar ook heel toegespitst in de manier waarop de Heere Jezus in de gelijkenissen beelden uit het dagelijks leven gebruikt. Jezus spreekt de taal van de eenvoudige menselijke waarneming, zoals de Bijbel dat overigens ook meestal doet. Het heeft een diepe zin dat God ons mensen opzoekt, in ons vlees en in onze taal. Christus’ onderwijs is onderdeel van een beweging van God naar mensen toe, van het komen van God in deze wereld en tot zondaren.
De Heilige Geest
Christus is niet de enige Leraar; de Heilige Geest is dat ook. In het evangelie naar Johannes lezen we dat Jezus spreekt over Zijn heengaan en over het komen van de Heilige Geest, de Geest der waarheid die in de hele waarheid leidt (Joh. 16:13). Calvijn heeft de Heilige Geest de “inwendige leermeester” genoemd. De Geest maakt dat het onderwijs ook binnenkomt, aankomt, verwerkt wordt. Die verwerking heet bekering. Gelukkig geeft de Heilige Geest persoonlijke aandacht aan zwakke leerlingen.