Inleiding
Dit is de eerste aflevering van wat een series blogs moet worden naar aanleiding van een lezing die ik op 15 januari bij Driestar Educatief hield.
Christus als voorbeeld?
Als we over Christus als leraar spreken, hebben we het al snel over Jezus Christus als voorbeeld, waarnaar we ons vervolgens richten. Het schrikbeeld voor orthodox-christelijke mensen is dat Christus dan al snel niet méér wordt dan enkel een voorbeeld. Bij de voorbereiding van deze lezing, bijvoorbeeld, stuitte ik op de ets hiernaast, met de titel “Christus als leraar van de mensheid”. De maker: Dirck Volckertsz Coornhert. Inderdaad, de verlichte religieus-humanist, held van de vrijzinnigheid, uitgeweken naar Gouda vanwege de liberale prediking aldaar (hij ligt in de St. Jan begraven). Je ziet hier Christus als personificatie van de Rede, die met een overwinnaarsblik ten strijde trekt. Dit kan toch niet de manier zijn waarop een gereformeerd mens over Christus als leraar wil spreken?
Moralisme
Toch lijkt er moeilijk aan te ontkomen, Christus op een dergelijke manier als voorbeeld te zien. Uiteraard spreekt de gereformeerde traditie met antwoord 31 van de Heidelbergse Catechismus over Christus als
onze hoogste Profeet en Leraar, die ons het verborgen raadsbesluit en de wil van God aangaande onze verlossing volkomen geopenbaard heeft.
Maar hoe voorkom je nu dat als je in een pedagogisch kader over Christus als leraar wilt spreken, het toch een strikt moralistisch verhaal wordt? Dat wil ik graag voorkomen, omdat het dan niet over de reële Christus gaat, maar vaak om een model, een ideaalbeeld van wat wij belangrijk en verantwoord vinden. Dan zie je bijvoorbeeld Christus gezagvol optreden en noteer je dat het belangrijk is dat een leraar gezagvol optreedt. Of je ziet Hem voorzichtig en passend bij de persoonlijke situatie van mensen reageren. Dat soort opmerkingen zijn wat mij betreft mooi en goed, maar al te snel zeggen ze vooral heel veel over wat je je in Christus als leraar terug wilt zien. Kortom: je schept je een Christus als leraar naar je eigen beeld. Precies wat ik Coornhert zie doen, komt dan – misschien met een orthodox sausje er overheen – ook Driestar Educatief binnen. Zo dus niet, maar hoe dan wel?
Dubbele boekhouding
Dat raakt aan een ander probleem, dat van een dubbele boekhouding. In een column in het Reformatorisch Dagblad heb ik er ooit de vinger bij gelegd dat op dezelfde bijeenkomst op een reformatorische school tijdens de opening de zondigheid van de kinderen in de donkerste kleuren wordt getekend, terwijl er daarna tamelijk optimistisch over de talenten, vaardigheden en mogelijkheden van onze kinderen gesproken kan worden. Beide manieren van spreken lijken elkaar niet te raken, terwijl er een geweldig spanning tussen ligt. En nu kan een spanning nog gezond zijn, maar het heeft ook wel trekken van een dubbele boekhouding.
Wat in die column naar voren kwam ten aanzien van de antropologie (een beetje retorisch ‘pedagogisch pelagianisme’ genoemd, maar vooruit, het was een column), speelt in het onderhavige verhaal ten aanzien van de christologie. Worden mogelijk wat Christus voor ons heeft gedaan enerzijds en wat Christus ons heeft voorgedaan anderzijds zo verdeeld, dat het in de kerk uitsluitend over het eerste gaat (waarbij dat ‘ons’ nog niet zo gemakkelijk is, en de prediking focust op de toe-eigeningsvragen) en op school vooral over het tweede?
Ik hoop op een geloofwaardige manier beide met elkaar te kunnen verbinden. Of eigenlijk klinkt dat nog te technisch: ik hoop dat duidelijk wordt hoe Jezus Christus als persoon zich niet tot het ene of het andere laat reduceren. Christus als leraar is meer dan voorbeeld alleen, maar Hij is ook voorbeeld.
Eén gedachte over “Christus als leraar (1)”