De volgende overdenking hield ik vanavond in de Apeldoornse Barnabaskerk (CGK) tijdens de evensong.

Van sommige gebeurtenissen weet je direct dat ze de loop van de wereldgeschiedenis ingrijpend veranderen – zoals de Russische invasie in Oekraïne. Maar niet altijd is het schokkende karakter direct duidelijk. Begin 2020 hoorden we van een virus ver weg, in China, in Italië. Pas later drong de omvang ervan tot ons door.

Wat moest Maria, een meisje van zo’n 14 jaar, aan met de boodschap die zij kreeg? Zij wordt de moeder van de Heere. Het bijzonderste is niet eens dat er geen man aan haar zwangerschap te pas komt, maar dat God zelf in haar gestalte aanneemt. De Zoon van God is haar Zoon, haar vlees en bloed. Nog altijd hebben theologen er complete boeken voor nodig om dat mysterie enigszins te benaderen. Je zult die boodschap voor het eerst horen – hoe reageer je dan? Hoe vat je enerzijds de heiligheid van God, uitkomend in nota bene een engel, en anderzijds Gods nabijheid, tot in haar schoot.

De enige manier om dat geheim een beetje te vatten is door het geloof. En Maria is de oergelovige van het Nieuwe Testament, de eerste die het evangelie hoort en het voluit aanvaardt. Ze geeft zich over aan Gods Woord: ‘De Heer wil ik dienen, laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Niet dat ze alle gevolgen overzag: de vlucht naar Egypte, het zwaard dat door haar ziel zou gaan. Maar ze wist wel dat God betrouwbaar was – en dat zijn Woord bevrijdt. Even later zingt ze er ook van: ‘heersers stoot Hij van hun troon, en wie gering is geeft Hij aanzien.’ Vol vertrouwen staat ze in de lijn van de profeten, die Gods bevrijding voor zijn volk verkondigden.

Twintig eeuwen later horen wij deze woorden opnieuw. Durven wij geloven, soms tegen de klippen op? Maria zag de bevrijding ook nog niet, maar ze zong erover als een realiteit die er is. God maakt het licht, Hij komt zijn volk bevrijden. Niet door tanks te laten rollen en bommen te laten regenen, maar door mens te worden, en wel een onaanzienlijk, gering mens. Zachtmoedig, niet oorlogszuchtig. Maar die geringe had wel de toekomst. En zijn moeder, Gods minste dienares wordt door alle generaties gelukkig geprezen.

Zo is de God van Israël: Hij laat zich wegduwen tot aan het kruis. Zo biedt Hij lijdenden troost en uitzicht. Hij is erbij, in de schuilkelders van Marioepol, bij de zwangeren die moeten vluchten. Hij was minder dan kanonnenvoer, toen Hij werd overgeleverd om gemarteld te worden. Juist die lijdende Jezus troost, omdat Hij door het lijden heen leidt naar het leven.

En juist als we het niet zien, zingen we temeer dat God barmhartig is en grote dingen doet. Niet tegen beter weten in, of als een bezweringsformule, maar omdat God voorgoed een nieuw begin gemaakt heeft in Maria’s schoot, door Maria’s zoon. Hij komt om eens zijn rijk te vestigen, van vrede en van recht. Hij zal toch wel dit geloof vinden als Hij komt? Dat geloof van mensen met lege handen en lege harten, die alleen maar kunnen hopen op God. Zo ontvankelijk als Maria: Heere, hier ben ik – doe aan mij naar uw beloftewoord.

2 Comments

  1. Nog steeds mooi, morgen is het weer zo ver. Maar of er nog veel geloof in Maria’s Zoon gevonden wordt in onze contreien durf ik te betwijfelen.

Geef een reactie